Terug

Zoek het werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde [2]

Zoek het werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde [2]

 
  1. Vanochtend heeft Frans zijn hoofd gestoten aan een openstaand raam.
  2. Vanochtend heeft Frans zijn hoofd gestoten aan een openstaand raam.
  3. Vanochtend heeft Frans zijn hoofd gestoten aan een openstaand raam.
  4. Vanochtend heeft Frans zijn hoofd gestoten aan een openstaand raam.
In welke zin is het dikgedrukte deel het werkwoordelijk gezegde?
A B C D