Terug

Zoek de persoonsvorm [2]

Zoek de persoonsvorm [2]

 
  1. De kinderen gaan vandaag een lied zingen in het concertgebouw.
  2. In het concertgebrouw zingen de kinderen vandaag een lied.
  3. De kinderen gaan vandaag in het concertgebouw een lied zingen.
  4. Vandaag mogen de kinderen een lied zingen in het concertgebouw.

 

In welke zin is zingen de persoonsvorm?

A B C D