Terug

Zoek de voorzetsels [3]

Zoek de voorzetsels [3]

 
  1. Een walvismoeder en haar jong zijn kansloos tegen een jagende troep orka’s.
  2. Een walvismoeder en haar jong zijn kansloos tegen een jagende troep orka’s.
  3. Een walvismoeder en haar jong zijn kansloos tegen een jagende troep orka’s.
  4. Een walvismoeder en haar jong zijn kansloos tegen een jagende troep orka’s.

In welke zin is het dikgedrukte woord een voorzetsel?

A B C D