Terug

Zoek de bijvoeglijke naamwoorden [3]

Zoek de bijvoeglijke naamwoorden [3]

 
  1. De kinderen zijn zenuwachtig voor de rekentoets.
  2. De kinderen zijn zenuwachtig voor de rekentoets.
  3. De kinderen zijn zenuwachtig voor de rekentoets.
  4. De kinderen zijn zenuwachtig voor de rekentoets.  

In welke zin is het dikgedrukte woord het bijvoeglijk naamwoord?

A B C D