Terug

Zoek de persoonsvorm [2]

Zoek de persoonsvorm [2]

 
  1. De kunstenaar maakte een schilderij.
  2. De kunstenaar maakte een schilderij.
  3. De kunstenaar maakte een schilderij.
In welke zin is het dikgedrukte zinsdeel de persoonvorm?
A B C