Terug

Zoek de voorzetsels [1]

Zoek de voorzetsels [1]

 
  1. De kinderen klimmen via de ladder naar de tweede verdieping.
  2. De kinderen klimmen via de ladder naar de tweede verdieping.
  3. De kinderen klimmen via de ladder naar de tweede verdieping.
  4. De kinderen klimmen via de ladder naar de tweede verdieping.

In welke zin zijn alle dikgedrukte woorden voorzetsels?

A B C D