Terug

Zoek het onderwerp [1]

Zoek het onderwerp [1]

 
A. Mijn jongste zus eet drie bananen.
B. Mijn jongste zus eet drie bananen.
C. Mijn jongste zus eet drie bananen.

In welke zin is het dikgedrukte zinsdeel het onderwerp?

A B C