Terug

Welk werkwoord staat in de tegenwoordige tijd (tt)? [2]

Welk werkwoord staat in de tegenwoordige tijd (tt)? [2]

 
  1. De kameleon veranderde van kleur toen hij langs de boom liep.
  2. Oudere kinderen vinden het ook fijn om voorgelezen te worden.
  3. De bus heeft een groot ongeluk veroorzaakt.
  4. Pieter drukte nog een keer hard tegen de deur.
In welke zin staat het dikgedrukte werkwoord in de tegenwoordige tijd?
A B C D