Terug

Waar is het dikgedrukte werkwoord fout gespeld? [6]

Waar is het dikgedrukte werkwoord fout gespeld? [6]

 
  1. Hans leert spellen van Joan.
  2. De trekvogels strijken neer op een verlaten weiland.
  3. De skiƫr is met een rotgang van de berg gedaalt.
  4. Ze hebben het allemaal gedaan.
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A B C D