Terug

Welk werkwoord staat in de tegenwoordige tijd (tt)? [1]

Welk werkwoord staat in de tegenwoordige tijd (tt)? [1]

 
  1. De docent is tegen de leerling uitgevallen.
  2. Als het aan Anton ligt, trouwt hij later met zijn buurmeisje.
  3. De docent heeft benadrukt dat dit een belangrijk onderwerp is.
  4. Oma heeft een zware operatie ondergaan.
In welke zin staat het dikgedrukte werkwoord in de tegenwoordige tijd?
A B C D