Terug

Zoek de infinitief [3]

Zoek de infinitief [3]

 
  1. De docent heeft de stof van vandaag doorgenomen met de kinderen.
  2. Pieter riep iedereen aan om mee te doen.
  3. De vlieg vloog door de kamer.
  4. De medewerkers constateren dat er niet hard gewerkt wordt.

In welke zin is het dikgedrukte woord de infinitief?

A B C D